Naar Marokko (maart 2020)
Bovenop elkaar
Op de wegen en berghellingen komen we af en toe herders tegen met schapen, geiten en een enkele drommedaris, nergens zien we losse huizen, mensen wonen bovenop elkaar in een riad, ksar, kasbah of medina. In Marrakech verblijven we een echte riad binnen de medina, het ommuurde centrum van de stad. Door de blinde muren heb je geen idee hoe idyllisch zo’n riad is met zijn vierkante binnenplaats vol bloeiende struiken, overdekte balkons, trappen naar de bovenverdieping en het dakterras. Terwijl de zon op de binnenplaats schijnt blijven de kamers en balkons in de winter lekker warm en ‘s zomers koel in de schaduw. Dit principe komen we ook tegen in de ksars, de bergdorpjes waar de woningen bovenop elkaar zijn gebouwd. Het is er sluip door kruip door, telkens denk je in een doodlopende steeg te zijn beland tot er toch weer een trap of een poortje omhoog of naar beneden is. Overal doorgangen, achter de muren bloeiende struiken. Midden tussen de stapel blokkendozen een kleine moskee met een minaret die boven alles uitsteekt. Een ksar in de stad wordt een kasbah genoemd, daarvan zijn er vele in Marrakech rondom de soek, de markt die ook weer bestaat uit een wirwar van kraampjes vol spullen in blokkendozen, bijeengehouden door stegen waar stinkende brommers doorheen sjezen. Af en toe een klein paleis zoals onze riad, soms met een restaurant. Tegenwoordig wonen wereldwijd meer mensen in steden dan daarbuiten. In Marokko is dat waarschijnlijk al veel langer het geval.
Ode aan de vrouw
De taxichauffeur had ons Le Jardin Majorelle aangeraden, de botanische tuin van Marrakech met palmen, cactussen, bougainvillea, maar onvergetelijk is een felblauw juweeltje in de hoek van de tuin. Le Musée Berbère, met 600 kunstvoorwerpen verzameld door Yves Saint Laurent en zijn vriend Pierre Bergé. Alles in dit museumpje is even mooi, landschapsfoto’s, tekeningen, gravures, tapijten, houtsnijwerk, meubels, panelen, mozaïeken, kleurige kleding, aardewerk en andere gebruiksvoorwerpen. In het hart van dit piepkleine museum van Marokkaanse kunst sta je ineens voor een enorme verrassing: een diep zwart oneindig spiegelpaleis met ontelbaar veel kleine sterren, alsof je middenin de Melkweg bent beland. Vlak voor je en ook links en rechts tussen de sterren staan drie ongrijpbare figuren, pikzwarte boerka’s, van top tot teen behangen met alle schitterende sieraden die Berber vrouwen zichzelf cadeau doen of van hun mannen krijgen. Fonkelende edelstenen op zilveren colliers, armbanden, oorbellen, spelden, ringen, kettingen, hoofdtooien, gespiegeld tussen de sterren. Van een even onvergetelijke als onaantastbare schoonheid en diepte, adembenemend mooi, een ode van Yves Saint Laurent en Pierre Bergé aan de vrouw.
Moroccan whiskey
Ook Marokko kent een theeceremonie, daarbij wordt de theepot hoog boven het kopje uitgeschonken, de thee komt spetterend naar beneden, het kopje krijgt een schuimkraag en de schenker zegt besmuikt: ‘Moroccan whiskey’. Dit is de enige ‘alcohol’ die in restaurants te krijg is. Ook het Marokkaanse menu valt tegen: altijd dezelfde soep met tomaat, selderij, ui, wortel en koriander; altijd dezelfde tajine met kip of gehakt, vegetarisch staat meestal niet op de kaart, als je het bestelt halen ze de kip eruit, zelfs couscous was nergens in het Atlasgebergte te krijg; droge koekjes toe. Wat ons kon bekoren waren de vuistdikke sinaasappelen die overal nog aan de bomen hingen, hoewel de kersenbloesem de dalen al weer wit kleurde. We zijn twintig kilometer omgereden naar een internationaal hotel voor een fles Marokkaanse wijn tegen de prijs van een overnachting in onze riad.
Atlas
Volgens de Griekse mythologie is dit de drager van het hemelgewelf. Het is heel bijzonder rond de Toubkal (4167 m), de hoogste berg in Noord-Afrika, te wandelen, met zijn spierwitte top en prachtige canyons en watervallen. Vanuit onze Toubkal eco lodge is het een heerlijke tocht van twee uur langs de bergwand naar de Ksar Toubkal, een leeggeschudde doos van geel bruine blokken versierd met bloeiende bougainvillea en witte kersenbomen. Doodstil, niemand op straat behalve enkele kippen, zelfs de imam houdt zich gedeisd. Even buiten het dorp begint het pad van de klimmers waar de gidsen wachten op klandizie. Wij buigen af naar beneden, in het dal, langs de waterval en een monumentale kasbah, NatGeo Wild staat er op de deur, onder een witte regen van kersenbloesem keren we terug naar Imlil.
In het dal van Dades zoeken wij het Maison d'Hote chez Mimi met een Franse keuken, maar zij is niet thuis en we kiezen voor de buurman Riad Ecobio. Onder in de Gorge du Dades is ook een mooie waterval, maar die hadden we nooit gevonden hebben als niet twee jonge jongetjes met ons mee waren gelopen. Vrijwillig en zonder aandringen wijzen ze ons het juiste pad langs de aquaducten tussen de groentevelden. We kunnen ons niet voorstellen dat zulke schattige kinderen zich zouden ontwikkelen tot gehaaide opdringerige sjacheraars zoals bij de Tannery in Marrakesh.
Het meest spectaculair is het dal van de Dra, dat hebben we ‘s morgens op weg naar het vliegveld nog even ‘gedaan’. Onwaarschijnlijke rotsformaties, tafelbergen en kloven, rulle bruin rode keien en onvermoeibare kerels die ons verbazen met het onderhoud van de bergweg.
Stormen
De witte toppen van het Atlas gebergte gaan schuil achter geel grijze wolken gevoed door een striemende wind. Langs de weg tekenen zich sporadisch donkere silhouetten af van zwarte wapperende gewaden. In Marokko heeft gezichtsbeschermende kleding overlevingswaarde voor mannen en voor vrouwen. Berber mannen laten de tulband zakken rondom hun hele hoofd. Berber vrouwen gaan in boerka's gekleed, ook als er geen zandstormen zijn. Ongetwijfeld beschermt gezichts- en figuur-verhullende kleding de vrouwen niet alleen tegen striemend woestijnzand, ook tegen andere stormen. In Marokko zijn boerka's letterlijk 'a blessing in disguise'.
Corona
Al tijdens de eerste dagen in Marrakech werd het duidelijk dat het coronavirus in Nederland is gearriveerd, onze beide families maanden ons naar huis te komen. Eerst was ons antwoord laconiek: hier zijn we veiliger dan op de Keizersgracht en als we niet meer terug kunnen omdat de grenzen gesloten worden dan blijven we langer weg en trekken richting Sahara. Maar toen Transavia onze terugvlucht annuleerde kregen we het toch benauwd en boekte een vlucht via Londen met EasyJet. Ook die werd geannuleerd en alternatieven waren ver te zoeken, zelfs de Nederlandse Ambassade in Marokko was telefonisch onbereikbaar. Toen bedacht Daan een list en via Marcel Maijer kregen we van diens Hanneke twee plaatsen aangeboden in een repatriëringsvlucht van de Nederlandse Kamperaar Club (NKC). Daarmee werd onze reis met een week ingekort.
Met de autoverhuurder sprak ik af dat we de auto op het vliegveld van Marrakech zouden inleveren. Daar stond een medewerker ons op te wachten. Ik vroeg of ik nog geld terug kon krijgen, het antwoord was nee. De baas nam de telefoon niet eens op. Toen voelde ik de autosleutel in mijn broekzak en zei tegen de medewerker dat ik de sleutel volgende week aan het eind van het huurcontract wel zou opsturen. Daarop gingen wij naar de vertrekhal om in te checken. Prompt belde de verhuurder mij en werden we het eens, hij betaalde niet de helft maar wel een derde van de huur terug. We boften, 167 medepassagiers van het NKC hadden hun 80 campers in Marokko achter moeten laten. Als de corona crisis voorbij is en campers moeten worden opgehaald ga ik graag weer naar Marokko.