Tot in de hemel

‘Zelfs met de beste argumenten kun je niemand op andere gedachten brengen. Dat lukt alleen met een goed verhaal.’ (Powers, The Overstory, 2018)

Sequoia National Forest ligt maar vier uur rijden oostelijk van Silicon Valley. Met de sequoia’s werd begin vorige eeuw San Francisco herbouwd na de verwoestende aardbeving. San Francisco bouwde daarop Silicon Valley, toch legt niemand het verband tussen de mammoetbomen en Google, Apple, Intel en Facebook, behalve Richard Powers met zijn monumentale roman over de invloed van mensen op de biosfeer: The Overstory (Vintage, 2018, Tot in de hemel, Nederlandse vertaling Jelle Noorman, Atlas Contact).

Powers zet een enorme boom op, van onder af aan: de wortels zijn acht korte verhalen waarin negen hoofdpersonen verschijnen, als milieuactivisten tegen wil en dank beklimmen zij de stam van de roman tot in de kruin, waar morele dilemma’s hangen als schamele zaden voor een twijfelachtige toekomst. Dit is een totaal roman met alle scenario’s in één: mensen tegenover zichzelf, mensen tegenover medemensen, mensen tegenover moeder aarde.

De absolute held van het verhaal is Patricia Westerford, gehoorgestoord en dus ook met een spraakgebrek, zij wordt door haar vader, landbouwconsulent, meegenomen naar boerderijen in plaats van naar school. Zij studeert plantkunde, promoveert en doet een belangwekkende ontdekking: planten sturen elkaar signalen, niet alleen via de wortels in de grond, ook via bladeren en bloemen. Het lijkt erop dat de natuur toch niet dat van bloed doordrenkte strijdtoneel is, waar alles elkaar met tanden en klauwen verscheurt. Bomen vormen al miljoenen jaren een sociale gemeenschap, als ze aangevallen worden door ziekteverwekkers alarmeren ze andere bomen met geuren die ze versturen vanuit hun kruin. Hoewel een vooraanstaand tijdschrift haar ontdekking publiceert krijgt ze zoveel kritiek over zich heen dat ze zich terugtrekt uit de wetenschappelijke wereld, als wilderness ranger zet ze haar onderzoek in stilte voort.

De grootste martelaar in de roman is een drugsverslaafde studente, Olivia, die zichzelf elektrocuteert. Als ze toch weer bijkomt besluit ze op zoek te gaan naar boomactivisten die ze op TV zag. Onderweg naar Californië neemt ze de kunstenaar Nick mee op sleeptouw. Samen belanden ze op een platform in de kruin van een sequoia. Daar hoort Olivia bomen spreken. Patricia en Olivia bestrijken samen het hele spectrum van wetenschappelijke kennis tot spirituele overtuiging dat het leven op aarde een grote symbiose is waarin alles met alles samenhangt.

Adam, psycholoog van Stanford, doet promotieonderzoek naar het gedrag van activisten. Met zijn vragenlijst klimt hij naar het tweetal bovenin de sequoia. Misschien is Adam wel Powers’ alter ego en deed de schrijver zelf ooit mee aan zo’n sit-in. Hoe kon hij anders de heftige beschrijving geven van wat zich daarboven afspeelt, als alle oeroude bomen in de wijde omgeving voor de bijl gaan en het drietal tenslotte door een helikopter met veel geweld uit hun protestplek wordt verdreven.

Doug is een Vietnam veteraan die tot twee keer toe door een boom wordt gered. Eerst als hij uit het luik van zijn bommenwerper valt en wordt opgevangen door de takken van een spar. Jaren later gebeurt het nog eens als hij door een misstap in een ravijn dondert in de Rocky Mountains waar hij zich schuil houdt na een calamiteit tijdens illegale activiteiten tegen de houtindustrie en de projectontwikkelaars. Doug raakt bevriend met Mimi, een tweede generatie Chinese die vanuit het raam van haar kantoor het bos waarop zij uitkeek ziet verdwijnen. Als zij gezamenlijk protesteren, eerst bij de gemeente en als dat niet helpt ter plekke, worden ze door de politie hardhandig afgevoerd.

Olivia, Nick, Adam, Doug en Mimi raken wanhopig over de toekomst van moeder aarde en zo gefrustreerd door het gebrek aan maatschappelijke respons dat ze radicaliseren. Ze besluiten een nieuw project te blokkeren door apparatuur onklaar te maken en bouwketen in brand te steken. Een voortijdige explosie veroorzaakt een vuurzee waarin Olivia voor de ogen van haar medestanders omkomt. Er zijn geen andere getuigen en het vuur wist alle sporen, geschrokken door de calamiteit besluit de groep uiteen te gaan.

Ray (jurist) en Dorothy (stenograaf) hebben hier allemaal geen weet van, zij vertegenwoordigen argeloze burgers die nog geen eik van een linde kunnen onderscheiden. Maar dan krijgt Ray een beroerte die hem verlamt en zijn spraak ontneemt. Grote delen van de dag zit hij achter het raam naar buiten te kijken, af en toe volgt hij het nieuws op tv, ‘s avonds leest Dorothy hem voor. Aan de hand van een flora uit de bibliotheek beginnen ze alle planten in hun tuin te determineren.

Neelay's vader, immigrant uit India, werkt bij een van de computer giganten in Silicon Valley. Hij brengt steeds de nieuwste computers mee naar huis voor zijn zoon. Als die uit een boom valt en een dwarslaesie oploopt, raakt hij verslaafd aan computer games die hij zelf ontwerpt. The Sylvan Prophecies is een simulatiespel van Darwins evolutietheorie op een compleet nieuwe planeet. Als hij het online beschikbaar maakt is het zo populair dat het binnen de kortste keren is uitverkocht. Neelay start zijn eigen bedrijf Sempervirens.

Er gaan enkele tientallen jaren voorbij waarin de boomactivisten zich veilig wanen, maar geen van hen kan vergeten wat er is gebeurd, het geweten blijft knagen. In zijn eenzame blokhut in de Rocky Mountains schrijft Doug zijn memoires. Die worden gevonden als hij in de boom hangt boven het ravijn, hij belandt in de gevangenis. In die memoires is ook Adam gemakkelijk te herkennen, hij wordt gearresteerd voor het front van zijn studenten psychologie op Stanford. Nick en Mimi blijven voorlopig buiten schot.

Intussen begint Patricia Westerford erkenning te krijgen, haar collegae zien in dat zij haar tijd ver vooruit was. Als getuige deskundige verschijnt zij voor de rechter in de ‘bomenzaak’. Heeft Powers zich laten inspireren door Marjan Minnesma van Urgenda in de klimaatzaak?

Patricia betoogt dat er twee maal zoveel koolstof zit in de slinkende oerbossen dan in de atmosfeer. “Waar je een boom kapt, moet wat je ervan maakt minstens zo opzienbarend zijn als wat je hebt gekapt.” Hoewel de rechter Patricia gelijk geeft, trekt de houtindustrie uiteindelijk toch weer aan het langste eind.

Ten einde raad begint Patricia over de hele wereld zaden te verzamelen van bedreigde plantensoorten. Zij slaat ze op in een zaadbank in Colorado, maar zij vraagt zich in gemoede af wie gaat de grond straks opnieuw beplanten? Hoeveel zin heeft het om een soort te redden zonder alle epifyten, schimmels, bestuivers en andere symbionten die een soort in de dagelijkse strijd om het bestaan een echt thuis kunnen bieden? Maar wat is het alternatief? Met een beetje geluk zullen sommige zaden in de kluizen met klimaatbeheersing in een berghelling in Colorado levensvatbaar blijven, in afwachting van de dag dat waakzame mensen ze weer in de grond zullen stoppen. Zo niet, dan zullen andere experimenten gewoon doorgaan, lang nadat de mens is verdwenen. Als soort dragen bomen, in tegenstelling tot mensen, al vele miljoenen jaren bij tot het voortbestaan van het leven.

Mimi zit tegen een boom geleund in een park in San Francisco, 'de boom spreekt met voorwoordelijke woorden. Dat is het probleem met mensen, hun diepst gewortelde probleem. Het leven gaat ongezien aan hen voorbij: hier, vlak naast hen. Het vormt de grond. Het zorgt voor de waterkringloop. Het wisselt voedingsstoffen uit. Het maakt het weer. Het levert de componenten van de atmosfeer. Het voedt en geneest en huisvest meer soorten en schepselen dan mensen kunnen tellen.'

Op haar smartphone ziet Mimi dat Adam is veroordeeld tot tweemaal zeventig jaar cel wegens terrorisme en doodslag, als hij zijn mede-terroristen verraadt kan hij strafvermindering krijgen maar dat weigert hij. Mimi realiseert zich dat haar activiteiten op internet haar binnen de kortste keren zullen verraden, zij staat op het punt zichzelf aan te geven, maar dan is Adams nobele actie voor niets.

Nick heeft met camera en tekenpen al verschillende kunstwerken van bomen gerealiseerd. Daar is hij klaar mee, hij gebruikt alleen materialen die al op de grond liggen, zoals afgevallen hout, dat hij zijn plek geeft in het groeiende ontwerp. Sommige takken kan hij in zijn armen verplaatsen, sommige stronken krijgt hij trekkend en rollend met behulp van touw en een enterhaak van hun plaats. Sommige stukken zijn te groot om te verplaatsen, die moeten op hun plek blijven en het ontwerp bepalen, waarvan hij de vorm eerder ontdekt dan bedenkt. Elke rottende stronk zal leven geven aan micro-organismen, planten en dieren, tezamen maken ze een duurzaam levend monument met een tijdshorizon veel langer dan die van mensen.

Ray en Dorothy lezen Het geheime woud van Patricia Westerford. ‘Jij en de boom hebben een gemeenschappelijke voorouder. Anderhalf miljard jaar geleden zijn jullie uit elkaar gegaan. Maar zelfs nu nog, na een enorme reis, elk in een andere richting, delen die boom en jij een kwart van jullie genen.’ Het determineren van individuele planten in hun tuin is eigenlijk zinloos, alles leeft in symbiose, Ray en Dorothy besluiten niet meer te maaien of te snoeien. De buren protesteren en de gemeente stuurt de plantsoenendienst, maar Ray bedenkt een juridisch steekhoudende zelfverdediging. Als hij Adams zaak op tv ziet realiseert hij zich dat zijn argumenten ook op Adams protestbeweging van toepassing zijn.

Patricia krijgt een uitnodiging als keynote speaker op een groot milieucongres: 'We zouden het fantastisch vinden als u een lezing wilt houden over de eventuele manieren waarop bomen de mensheid kunnen helpen een duurzame toekomst te verwezenlijken'. Pat voelt er niets voor weer een keer uit te leggen dat wij in dit tempo niet door kunnen gaan, bomen leven in een veel langzamer tijd dan mensen. Ze heeft zin in een demonstratieve actie. In het auditorium zitten naast vijfhonderd congresgangers ook Mimi en Neelay, als Pat haar pleidooi besluit met een glaasje extract van de Tachigali versicolor, de zelfmoordboom uit Costa Rica, in de hand. De zaal roert zich niet als zij dit naar haar mond brengt, behalve Neelay, die stoot met zijn rolstoel zo hard tegen het katheder dat de inhoud van Pats glas niet alleen in haar mond maar in het publiek terechtkomt.

Powers’ Overstory is een moraliserende roman, dat is tegenwoordig niet zo populair (hoewel de corona-crisis dat nog wel eens zou kunnen veranderen), maar hij gaat niet zover als de profeet Yuval Harari met zijn leger nihilisten en cultuurpessimisten die voorspellen dat cyberbots mensen zullen verstoten uit de kruin van de levensboom. Volgens Powers heeft het leven een manier om tot de toekomst te spreken. Dat heet geheugen. Hij laat Neelay denken: ‘Zo moet het gaan. Er zullen rampen plaatsvinden. Catastrofale tegenslagen en slachtpartijen. Maar het leven gaat ergens heen. Het wil zichzelf leren kennen; het wil over keuzes beschikken. Het wil oplossingen voor problemen die nu nog door geen levend wezen kunnen worden opgelost, en het is bereid om zelfs de dood te gebruiken om ze te vinden. Hij zal het eind ervan niet meer meemaken, van deze game die wereldwijd door talloze mensen wordt gespeeld, een game waarbij de spelers in één klap op een levende, ademende planeet worden gezet met mogelijkheden waarvan ze zich nog maar nauwelijks een voorstelling kunnen maken. Maar hij heeft die game wel op weg geholpen.’

The Overstory is zo'n complex spel met structuur, personages en woorden, dat het over de top is. Ik begon het pas te begrijpen toen ik Jelle Noormans Tot in de hemel las, maar Powers verhaal brengt je wel op hele andere gedachten over ons leven in crisistijd.

Frans W. Saris

4-4-2020