IM Jaap Sanders
Beste Micha, David, Collin, Leon en Roos, Maron en Lenny, Ina en Cor, familie en vrienden van Sonja en Jaap
Het was 24 februari 1964, mijn eerste dag op het lab van Jaap Kistemaker. Ik had mij net voorgesteld als Frans aan mijn kamergenoten: Jaap Sanders, Werner van der Weg en Cor Snoek. Wij zaten diep gebogen over de boeken, het was muisstil. Plotseling klonk het luid en duidelijk uit Jaaps mond: BIECHT JIJ? Dat was mijn eerste kennismaking met jullie bijzonder lieve en wijze vader, opa en overgrootvader. Jaap was ook raadselachtig, vasthoudend, kritisch, erudiet, goedlachs en ongeduldig, eigenschappen die tevoorschijn kwamen op het lab.
Jaap promoveerde in 1968 in Leiden op een proefschrift getiteld: “Penetration Depths and Collision Cascades in Solid Materials”. Voor dit werk was hij langere tijd in Aarhus bij Jens Lindhard. Waar hij samenwerkte met Peter Sigmund (uit Duitsland) en Bruce Winterbon (uit Canada). Ik citeer Peter Sigmund:
‘I met Jaap Sanders first at a summer school in Mol, Belgium 1964, where most of the leading figures in radiation physics participated as teachers, and where many of those who subsequently became leading figures in the field, participated as students.
A year later we met again in Aarhus, where Jaap was visiting and studied Lindhard’s so-called LSS theory and managed to construct an interface between Notes on Atomic Collisions 2 and Notes on Atomic Collisions 3. This was an important step which led to the so-called WSS theory, which became a key tool in the theory of Radiation Damage, Ion Implantation and Sputtering for many years, until Molecular Dynamics Simulation took over. Our paper collected 736 citations according to Google Scholar. The paper was very influential shortly after its appearance. Although interest peaked in the late 1970s and early 1980s, I find it amazing that, despite the widely-spread dominance of computational approaches, the paper is still being cited.’
Nooit zal ik onze werkbesprekingen op de donderdagochtenden vergeten met de hele groep: promovendi, technici, postdocs, buitenlandse gasten, bij Jaap Kistemaker op de kamer. Iedereen kwam aan de beurt. Simon haalde de koffie en dan was er meestal gebak want er was altijd wel iets te vieren. Jaap Kistemaker mocht natuurlijk als eerste kiezen maar hij liet Jaap Sanders voorgaan. Die stond al te trappelen om zijn favoriete hazelnootgebakje uit de doos op te vissen.
Het verhaal gaat dat Sonja en Jaap elkaar hebben leren kennen dankzij het lab, Katie Los zou hen bij elkaar hebben gebracht. Ik herinner me hun 25 jarig huwelijksfeest dat ook op het lab gevierd werd. Het is onvoorstelbaar wat zij hebben gepresteerd ondanks alles wat zij door de oorlog hebben doorstaan. Op mijn verjaardag, 20 april, de geboortedag van Hitler, deed Jaap mij steevast met een ironisch lachje om de mond: ‘Het compliment van de dag!’
Ik heb het grootste respect voor Sonja en Jaaps doorzettingsvermogen, hun overlevingsdrang, ook in de laatste moeilijke jaren, en tijdens de Corona pandemie. Gelukkig wisten zij zich gesteund door jullie en de voortdurende vriendschap van Ina en Cor Snoek.
Ik denk met veel plezier terug aan de zomer toen onze gezinnen beiden in Chalk River verbleven en we na een zonnige dag aan de overkant van de Ottawa River op de terugweg een hachelijk avontuur beleefden. Het stormde zo hard dat ik onze roeiboot nauwelijks in bedwang kon houden. Micha en onze zoon Daan in de kano dreven steeds verder weg in de hoge golven. Een motorboot kwam ons redden, de bestuurder riep: vrouwen en kinderen eerst. Maar Jaap dook als eerste over de rand van onze boot toen die net op een hoge golf lag. Zo tuimelde hij hals over kop, benen omhoog in die motorboot. Het is mij een raadsel hoe Micha en Daan heelhuids aan wal zijn gekomen.
Jaap werkte met vele collega’s samen, niet alleen in Canada en Denemarken, ik stuurde het overlijdensbericht naar Roger Webb die alle collega’s informeerde en mij schreef: I can recall at least one time when one of our more mathematically minded colleagues had used up several viewgraphs on equation after equation, at the end of which Jaap asked him to go back several view graphs where he pointed out a small error on one of the equations. I think the rest of the audience had long since lost the plot.
Jaap Sanders ging eigenlijk nooit met pensioen. Om de werkgelegenheid onder jongeren te stimuleren, opende de overheid in 1991 de mogelijkheid voor ouderen om met vervroegd pensioen te gaan. Daarvan maakten verschillende medewerkers gebruik, maar toen ik dat aan Jaap voorstelde kwam Sonja op bezoek. Gelukkig kon ik haar geruststellen, Jaap werd niet naar huis gestuurd. Als hij akkoord ging om formeel met pensioen te gaan, dan was hij even welkom om op AMOLF te blijven werken. Dat heeft hij ook gedaan. Tot ver na mijn vertrek, publiceerde Jaap met Joost Frenken en met Hans Roosendaal. Jaaps laatste publicatie is van 2005 samen met Nico Temme van het CWI: On the temporal order of first-passage times in one-dimensional lattice random walks in Journal of Computational and Applied Mathematics 182 (2005) 134-149. Heel ongebruikelijk maar typisch voor Jaap staat boven dit artikel een prachtige citaat van George Orwell:
I returned and saw under the sun, that the race is not to the swift, nor the battle to the strong, neither yet bread to the wise, nor yet riches to men of understanding, nor yet favour to men of skill; but time and chance happeneth to them all. George Orwell, Politics and the English Language, Selected Essays, Penguin Books, 1957. (The citation is from Ecclesiastes 9:11.)
Ik heb onder de zon opnieuw gezien dat niet altijd een snelle hardloper de wedloop wint, een sterke held de oorlog, dat hij die wijs is niet altijd zijn brood heeft, en hij die inzicht heeft de rijkdom, hij die bekwaam is het respect. Zij allen zijn afhankelijk van tijd en toeval.
FWS 26 VIII 24