Briefkaarten

Dresden Barock/1945


Vanuit onze hotelkamer kijken we uit op de barokke Frauenkirche, muren en zuilen in blank beige zandsteen, hier en daar gepokt met wat zwartgeblakerde blokken, uitbundige ornamenten, hoge ramen tot aan de ronde koepel, boven de kerkdeur een lang spandoek: ‘vrede op aarde’.

Dertig jaar geleden, de Berlijnse Muur net gevallen en Duitsland herenigd, was hier hoog boven de Elbe een pikzwarte ruïne op een kale met onkruid begroeide heuvel, als herinnering aan het verwoestende bombardement op Dresden van 13 februari 1945, zo had het DDR-regime het gewild.

Nu kijkt Luther, in brons op het plein voor de Frauenkirche, fier naar de herbouwde Altstadt: de Kreuzkirche, de Katholische Hofkirche, het Residentie Schloss, Zwinger, Semper, Albertinum, op loopafstand met elkaar verbonden door barokke straten en pleinen waar toeristen flaneren langs terrassen, winkels, kantoren, banken en hotels. Er is een breed palet vol cultuur van Rafaël tot Hopper, van Caspar David Friedrich tot Gerhard Richter, van Matthäus Passion tot Madame Butterfly.

Wij nemen de tram naar het Panometer, even buiten het centrum op het terrein van de voormalige gasfabriek waar de kunstenaar Yadegar Asisi twee gigantische panorama’s bouwde: Dresden Barock en Dresden 1945, die om beurten een jaar lang geëxposeerd worden. ‘Als ik bij bezoekers het idee opwek dat mensen eindelijk eens stoppen met oorlog voeren, dan heb ik wat bereikt’, aldus Asisi.

Aangemoedigd door Bach, omringd door levenslustige scholieren, beklimmen we een hoge metalen stellage middenin de enorme ronde koepel van een voormalige gashouder. Alsof we bovenop de Hofkirche staan, zien we het Dresden rondom ons hotel nostalgisch bevolkt met mensen uit de zeventiende eeuw.

Het panorama Dresden 1945 is kennelijk in depot, het staat dit jaar niet op het programma van het Panometer, pas volgend jaar weer. Eigenlijk kennen we de beelden van die smeulende puinhoop wel, we zien ze dagelijks in de krant en op tv vanuit Marioepol.

De generatie die de verschrikkingen van de oorlog zelf heeft meegemaakt, heeft kosten noch moeite gespaard om Dresden te herbouwen tot een schitterende barokke stad, vrijwel alle littekens van die vreselijke oorlog zijn plastisch chirurgisch uitgewist. De jongere generatie die de oorlog niet zelf heeft meegemaakt, heeft zojuist besloten dat het noodzakelijk is defensiebudget van Duitsland te verhogen met 100 miljard euro.

Nantes (augustus 2014)

Wat kunstenaars in Nantes creëerden is de evolutie in miljarden jaren niet gelukt. Op een eiland in de Loire loopt een huizenhoge olifant rond die inmiddels de topattractie van deze stad is. De voormalige werf is door kunstenaars omgetoverd van industrieel erfgoed tot werkplaats en 'La Galerie Des Machines'. Het pronkstuk is een magnifieke olifant, geïnspireerd door de 'Reis om de Wereld in Tachtig Dagen' van Jules Verne, die uit Nantes afkomstig was.

Deze reusachtige machine, die er uitziet als olifant beweegt als olifant en met zijn slurf al water spuitend zich een weg baant tussen de omstanders, deed mij denken aan de Britse bioloog Haldane. Die legt uit, in zijn bekende essay 'On Being the Rigth Size', waarom reuzen zoals die in kinderboeken voorkomen nooit echt zo reusachtig kunnen zijn. Als ze tien keer zo groot waren als een mens, zei Haldane, dan waren ze ook tien keer zo breed en dik zodat hun totale gewicht duizend maal dat van een mens moest zijn, ofwel 80 ton! Hun botten zouden echter in doorsnede slechts honderd keer zo groot zijn, zodat ieder bot tien maal zoveel gewicht zou moeten torsen als menselijke botten. Reuzen zouden bij iedere stap door hun benen zakken. Haldane wist nog niet dat in de huidige tijd steeds meer mensen aan obesitas lijden en zich in karretjes voortbewegen.

Huizenhoge olifanten kunnen daarom nooit in de evolutie zijn ontstaan. Ook de mammoet die weliswaar uitgestorven is was maar een lilliputter vergeleken met de olifant van Nantes. Het geheim van de kunstenaars is dat hun olifant met zijn houten huid en stalen botten en gewrichten van binnen hol is. Dat heeft nog een ander niet onbelangrijk voordeel, deze olifant kan in plaats van Jules Vernes Phileas Fogg tientallen toeristen boven op zijn rug en in zijn buik vervoeren.

Barcelona (december 2013)

6 december

Wanneer Sinterklaas met de stoomboot in Nederland aankomt is altijd bekend, maar wanneer hij weer teruggaat naar Spanje blijft onduidelijk. Op 5 december vertrokken wij naar Barcelona, Willem en Irmtraud stonden ons op te wachten, brachten ons naar het hotel in het centrum en samen hebben we lekker gegeten in een klein restaurant. De volgende dag waren we bij hun thuis uitgenodigd. Eerst met Willem gepeddeld, terwijl de schoonzusjes gearmd in het park wandelden. Irmtraud had lekker gekookt en toen ineens waren er surprises en gedichten. Kennelijk was Sint al weer terug in Barcelona en werd het een gezellige ouderwetse sinterklaasavond. De volgende dag aten we samen in een chique restaurant aan zee op de pier in de stralende zon en was Sinterklaas al weer voorbij ook in Spanje.

Sagrada Barcelona

Barcelona is Barca, is voetbal, voetbal en nog eens voetbal, zelfs twee weken later is hier het verlies (1-2) tegen Ajax nog altijd nieuws op tv en in de krantenkiosken. Voor het Barca Museum staan drommen verontruste supporters druk te discussiëren. La Rambla is winkelende gezinnen op de kerstmarkt, maar tussen tientallen stalletjes, met Maria, Jozef en het kribbetje, staan de kopers in de rij voor poppetjes van Messi.

We leven in een seculiere tijd, maar Barcelona is ook het wonder van Gaudi, de Jugendstil huizen, paleizen, monumenten rondom die stralende Sagrada Familia, de kathedraal waaraan hij meer dan een eeuw geleden begon en waarvan de bouw nooit zal ophouden. Alles is er even mooi als mystiek, de zandstenen gevels, zuilen en heiligenbeelden dragen het zonlicht naar binnen door de felgekleurde ramen en de grote opening hoog boven in het dak. Hier is de architectuur het evenbeeld van de natuur, het menselijk leven, het geloof en de mathematiek. Hier kom je niet alleen tot rust, hier word je verlicht, in vervoering gebracht van het sacrale.

Barcelona heeft nog zo'n icoon hoog bovenop de berg in het zuiden, in het nationaal museum van Catalunya zijn tientallen Romaanse kloosters en kapellen uit de Pyreneeën samengebracht om ze tegen de seculiere tijd, tegen leegstand en verval te beschermen. De fresco's, het houtsnijwerk, en de kruisbeelden hebben hun oorspronkelijke plaats teruggekregen in kapellen en kloostergangen zorgvuldig gekopieerd in dit museum. Wat een devotie, wat een talent voor het schone, wat een diepe bewondering voor de natuur, de mensen en het heilige, in Barcelona.

Ansicht uit Utopia VI

Waar wil iedereen zijn? Deze zomer stuurden schrijvers en/of beeldend kunstenaars papieren post naar De Internet Gids. Waar ligt jouw Utopia (of Dystopia)? Stuur ons daarvandaan een ansichtkaart, vroegen we. Van Frans Saris kregen we post uit het Nieuwe Atlantis.

Hawaii (juli 2012)

Canada (oktober 2011)

REM

We zijn op een conferentie, Radiation Effects in Materials (REM), speciaal in het leven geroepen om de 'founding fathers' van ons vakgebied in het zonnetje te zetten. Vorig jaar was de eer aan John Davies, nu is Jim Mayer aan de beurt, maar Jim reist niet meer dus zijn alle vrienden naar Hawaii gekomen. Mike Nastasi schreef een prachtig 'Festschrift'

over de fundamentele bijdragen van Jim aan de ontwikkeling van de computerchip . Dat kleine schilfertje Silicium dat geestdodende arbeid overneemt en alsmaar nieuwe banen schept. Onder de inspirerende leiding van Jim Mayer hebben wij allen onze bijdragen mogen leveren aan de Siliciumtechnologie.

Alle deelnemers aan REM vertellen ieder op hun eigen wijze wat ze nu doen en hoe Jim Mayer daarin een rol heeft gespeeld. John Davies vertelt mooie anekdotes over grote nucleaire machines die plaats moesten maken voor Jims mini Silicium detectors. Ian Mitchell steekt de loftrompet af voor Jim (letterlijk). John Poate toont een foto waarop Betty en Jim als eersten hun hele familie mee namen naar een internationale conferentie. Len Feldman vertoont video's van al onze kinderen samen spelend bij Black Horse Motor Court. Tom Picraux herinnert aan een typische Mayer uitspraak: 'Ion Beams are Good'. Emanuelle Rimini merkt fijntjes op dat zijn kinderen niet meer op Sicilië maar in de VS wonen dankzij Jim.

Tussen de bedrijven door liggen we in het warme water van de Stille Oceaan, sommigen surfen met de dolfijnen, anderen snorkelen boven het rif, Pien en ik zwemmen tussen de grote schildpadden. Aan het diner ontmoet ik Wang Yong, in Jinan (China) gepromoveerd bij mijn oud-promovendus Wang Zhong-lie, Wang Yong is nu groepsleider in Los Alamos onder onderzoeksdirecteur Charles Barbour.

Sommige makkers missen we wel, vooral Werner van der Weg en Jens Lindhard. Onze generatie is inmiddels grotendeels met pensioen en de leiding is nu in handen van onze oud-promovendi die het stuk voor stuk en op heel verschillende plekken in de wereld uitstekend doen. En Pien en ik zijn niet de enigen die dichterbij kinderen en kleinkinderen zijn gaan wonen.

Op deze conferentie overheerst een gevoel van dankbaarheid, we hebben een fantastische tijd met z'n allen gehad maar de rol van onze partners blijft onderbelicht. Daarom schreef ik een 'Festschrift' voor Jim en Betty Mayer.

Jim and Betty's Bohmische

The beautiful biography on Bell Labs by Jon Gertner culminates in the question: What is Bell Labs? This was raised by Ralph Bown, director of research, who once asked: 'If we marched all the people out and destroyed the buildings and the equipment and the records, would Bell Laboratories be destroyed? The answer is no, it would not. On the other hand, if the buildings, equipment, and records remained intact but the people were removed, Bell Laboratories would be destroyed.'

Ralph Bown was right, the buildings still exist but Bell Labs is no more.

The obvious point is: Bell Labs was a human and not a material organization.

As members of the Bohmische Society we are well aware of this truth. Even more than Bell Labs, the Bohmische is a human not a material organization. There has never been a unique Bohmische building, also the equipment and records are spread all over the world, our meeting room moved from Caltech to Karlsruhe, to Budapest, to Canberra, to Brazil, to Ontario, Osaka, to Cornell, to Eindhoven, to Suny, to Catania, to Capetown, to Moscow, to Phoenix, to places all over the world and to Kona today.

As Bohmische members we all used Van der Graaff accelerators, ion implanters and surface barrier detectors, but typical Bohmische equipment are first of all the glasses of wine we empty at the Bohmische meetings.

Our Bohmische publications number in the thousands, many with B. Manfred Ullrich as co-author, sometimes as single author, but the typical Bohmische records are documents from the Kaiserliche Konigliche Bohmische Society, printed on rice paper, with a black eagle, a great red lacquer seal and the signatures of H.H. Küllen (president) and B. Manfred Ullrich (secretary). These beautiful witnesses, decorating our walls and boosting our careers, are not the only Bohmische records, think of the funny stories told, the beautiful pictures taken, the new friendships made and perhaps most important of all the many letters of recommendation written.

Jim created science and technology especially for semiconductor devices.

Jim imagined the Bohmische Society especially for us.

When starting the Bohmische Society Jim Mayer surrounded himself with a board of wise men, responsible for appointing new members. Thank goodness this never was an organization, like Bell Labs it would have been destroyed by now. Those wise men were soon replaced by one wise woman. Thanks to Jim and Betty the Bohmische is human.

The Bohmische building, the Bohmische equipment and the Bohmische records are where Jim and Betty Mayer are to meet with friends and colleagues. Jim and Betty have made our meetings into family gatherings. If Jim is the father of the Bohmische, it is beyond doubt that Betty is the mother of us all. We will never forget the warm hospitality in Pasedena, Ithaca, Arizona and now in Kona.

We scientists are easily absorbed by our labs, our equipment and our records. Thanks to Jim and Betty we have been transformed also into a wonderful community.

We have to thank Jim and Betty for the Bohmische Society.

Thank you for your imagination, your creativity, and your friendship, thank you for all you have done to keep us human.

Mauna Kea en Mauna Loa

Woensdag 4 juli 2012 is 't wereldwijd wetenschapsdag, ook op onze autoradio komt het bericht uit Geneve dat ze het Higgs-boson, 'the god-particle', hebben gevonden. Ze zeggen dat nu eindelijk massa een plaats heeft gekregen in het standaardmodel van de natuurkunde. Deeltjes zouden massa, inertie, krijgen door het Higgs-veld. Een nieuw soort ether? Zoals het foton de drager is van elektromagnetische kracht, zo zou het Higgs-deeltje de drager zijn van massa, maar waar komt de eigen massa van het Higgs-boson vandaan? Higgs zelf had geen idee hoe zwaar het naar hem genoemde deeltje zou zijn, nu blijkt het zwaarder dan het proton, hoe kan dat? En als het zo zwaar is waarvan is het Higgs-deeltje dan gemaakt?

We rijden vandaag naar de Mauna Kea, de hoogste berg op Hawaii. Op 4200 meter staat een hele batterij hagelwitte koepels tegen een diep blauwe hemel. Deze berg middenin de Stille Oceaan, ver van de bewoonde wereld, dus niet gestoord door licht of geluid van mensen en met meeste heldere nachten op aarde, is het walhalla voor sterrenkundigen van over de hele wereld. Op Mauna Kea ontdekken zij tegenwoordig de ene aardachtige planeet na de ander.

Naar het zuiden zien wij vlak onder ons Mauna Loa, het meetcentrum van klimatologen. Op deze berg, middenin de Stille Oceaan, ver van de bewoonde wereld stijgen al decennia lang de concentratie CO2 en de gemiddelde temperatuur. De bekende zaagtand, die al tientallen jaren langzaam maar zeker omhoog kruipt, is het bewijs voor het versterkte broeikaseffect. De klimaatverandering bovenop Mauna Loa wordt veroorzaakt door het gebruik van fossiele brandstoffen elders in de wereld duizenden kilometers hier vandaan.

Sterrenkundigen en klimatologen zullen binnenkort de atmosfeer van aardachtige planeten kunnen meten. Voor ons mensen lijken mij die metingen meer de moeite waard dan dat Higgs-boson.

Thanksgiving

We zijn voor een weekje naar vrienden in Ontario. Eerst in het warme nest van Pia en Wim in Toronto, die we helpen met het herinrichten van hun huis na een grote onderhoudsbeurt. Wim neemt ons mee naar de Arts Gallery of Ontario waar we genieten van Henry Moore (die zijn originelen aan Toronto schonk), Penone (de boom in de boom) en Tom Tompson (Canadese kleuren). We halen Pia op van haar vrolijke balletschool en eten samen, dankbaar voor leven en werk in de afgelopen vijf jaar. Wonderlijk hoe goed dat gaat als je elkaar kent uit de studententijd.

Dan rijden we naar Ian en Phyl en Peter en Gill met wie we samen woonden in Deep River toen onze kinderen nog klein waren. Wij bewonderen elkaars foto's en verhalen over kinderen en kleinkinderen. We eten samen en genieten van een prachtig concert van Saint Martin in the Fields. Voor we vertrekken speelt Ian een loflied op zijn trombone voor Pien.

Na een lange en magnifieke rit door de bossen van Ontario arriveren we bij Max en Gudi, ook vrienden uit Deep River nu in Ottawa. Max neemt ons mee naar het Museum of Civilizations onderwijl druk discussiërend over religies en over communicatie. Over het eerste publiceerde hij een boek over het tweede schrijft hij nu. Gudi is een gezellige gastvrouw in hun super-de-luxe Condo en net zo dankbaar als wij voor het geluk van een grote familie.

Dan zien we Flo maar niet John want die is helaas in een diepe depressie. Dat wij zo veel goede herinneringen hebben aan Deep River is vooral aan hen te danken. Als we Flo daaraan herinneren kijkt ze vermoeid maar dankbaar. Het afscheid is emotioneel want waarschijnlijk voor het laatst.

Terug in Toronto wandelen we met Pia en Wim langs het Niagara Escarpment in herfstkleuren en eindigen in een bijzonder restaurant onder in het dal.

Het is Canadees Thanksgiving en dat is precies wat Pien en ik deze week hebben ervaren.

De boom in de boom

Het is Indian Summer in Ontario, de hemel is helder blauw, de bossen stralend rood, geel, oranje en groen. We zien de kano's onderin de Baron River Canyon, we klimmen naar de hoogste rotsen van Alconquin Park en zien alle kleuren van de regenboog tot aan de verre horizon. We dineren in Killarney Lodge, een log cabin aan een blauw kabbelend meer onder de rode maple leaf. Dit is Canada zoals wij het kennen, toch heeft de Arts Gallery of Ontario nog een emotionele verrassing in petto.

In de Italian Hall staat een enorme boomstronk, bijna een meter breed en zeker tien meter hoog.

Hierin heeft de Italiaanse kunstenaar, Giuseppe Penone een groot gat gehakt, een halve meter breed en wel drie meter hoog. Je kijkt dwars door de boom heen, maar middenin dit gat staat een dunne stam met zijtakken. Het lijkt alsof Penone een klein boompje in de grote boom heeft geplaatst, maar als je goed kijkt is dat niet het geval. Penone heeft wel een gat gehakt maar middenin heeft hij de stam laten staan. Aangekomen bij de jaarring van toen de boom een jaar of vijf was, heeft hij het hout er omheen afgepeld over de volle lengte van het gat en zo het boompje tevoorschijn gehaald zoals het er toen uitzag. Met zijtakken en al zit het middenin de grote oude boom. Ineens besef je wat je ziet: in iedere oude boom zit binnenin nog steeds het jonge boompje zoals het er vroeger uit moet hebben gezien. Penone laat dit niet alleen zien in de deze grote oude boomstronk, in de Italian Hall staan enorme balken uit de bouw, 15 meter lang, een halve meter breed en 30 cm dik, waarin jonge boompjes te voorschijn zijn gehaald. Als je de boom in de boom hebt gezien durf je geen boom meer om te hakken en geen plank meer door te zagen.

Berlijn (zomer 2011)

Deze zomer heeft Berlijn een Festival Über Lebenskunst, dus daar wil ik naar toe. Bovendien zijn Eefke en de kinderen er ook want Iwan is er met Benjamin Verdonck.

Het Festival zelf valt tegen, behalve van Benjamin is er nauwelijks kunst. De muren van het Haus der Kulturen der Welt hangen vol met teksten van mensen die zich zorgen maken over het klimaat, de consumptie maatschappij, de bio-industrie, en het leven op aarde, maar niet weten wat duurzame ontwikkeling betekent. Toch was de reis naar Berlijn voor ons de moeite waard.

Is het moderne Berlijn van na de oorlog en na de muur, met zijn prachtige Reichstag gebouw en de moderne architectuur van de regeringsgebouwen er omheen, het Holocaust monument, het Jüdische Museum, het fascinerende Techniek Museum, de magnifiek gerestaureerde Dom en de 12 miljoen toeristen op en langs de Spree en in de KaDeWe, is dat Berlijn met zijn opera's, theaters, concerten en andere evenementen niet hét voorbeeld van Overlevens Kunst in het groot?

En dan Eefke die met drie kinderen en een vriendin, de auto met caravan en boot uit Antwerpen helemaal naar Berlijn rijdt, een camping vindt aan het water buiten de stad, daar in regen, zon en wind het iedereen naar de zin maakt met zwemmen, zeilen, kanoën, borrelen, koken, eten, lezen, slapen, haar ouders er ook nog bij, om vervolgens met de hele club te verhuizen naar een camping midden in Berlijn waar ook Iwan en Benjamin c.s. zich aansluiten. Gaat dat niet over levenskunst in het klein?

Zo werd het voor ons, ondanks het Festival, een Feest Over Levens Kunst.

La Fouly (winter 2011)

Hoe lang komen we al in la Fouly? Vijftig vaste bewoners onder in het dal tussen het Mont Blanc massief en de Grote Sint-Bernard, honderd chalets, twee hotels, twee ski-liften, twee winkels, een camping en een honderdtal toeristen per keer. Onze eerste reis met de nieuwe groene kampeerbus was naar la Fouly, gevonden door Pien onderin de kaart van Zwitserland. We kampeerden op het kleine parkeerterrein bij de skilift naast het toiletgebouw; 's morgens langlaufen, 's middags skiën en we waren vrijwel alleen.

Vanaf toen zou er geen zomervakantie voorbij gaan of we kampeerden met de kinderen even in la Fouly, beklommen de bergen en zetten onze naam in alle hütten-boeken in de omgeving. In de winter huurden we eerst samen met Piens moeder een chalet, nu genieten we al vele jaren gastvrijheid bij Christoph en Marielle Lonfat in het familiehotel l'Edelweiss, dit jaar zelfs twee maal.

Hier leerden wij onze kinderen skiën, nu leren zij het hun kinderen en met zichtbaar plezier. Het is een feest om de hele familie om beurten de hellingen af te zien komen, sommigen heel voorzichtig en gespannen, anderen elegant zwierend, of stoer en trots. Voor grootouders is het misschien wel het meest voldoening gevend te zien hoeveel onze kinderen genieten van het hebben van kinderen. Toch ook een goede reden dichterbij te zijn en niet alleen in la Fouly.

Parijs (Dec 2010)

Monet

Monet in het Grand Palais leek een goede reden om weer eens naar Parijs te gaan, maar te vergeefs,

eenmaal voor de ingang bleken alle toegangskaarten tot januari uitverkocht. Waren we dan

helemaal voor niks gekomen?

Gelukkig konden we in het naastgelegen Petit Palais nog naar Frankrijk in de Middeleeuwen,

een prachtige tentoonstelling met niet alleen schilderijen, maar ook beelden, boeken, penningen,

sieraden en wandkleden. En Arts et Metiers waar het nog steeds genieten is van alle apparaten en

instrumenten die drie eeuwen techniek hebben voortgebracht. Bij het Office de Tourisme raadde

ze aan i.p.v. Monet naar Musée Jacquemart-André te gaan en ze hadden gelijk want we keken onze

ogen uit van de magnifieke architectuur, schilder en beeldhouwkunst, meubelen en tapijten uit de

18de eeuw. Natuurlijk naar Mondriaan en De Stijl in Centre Pompidou. Dan ook nog Montmartre

beklimmen voor de Sacre Coeur. Sinterklaasavond naar Mozart's mis in Madeleine. Tussendoor

gezellig eten in kleine en grote restaurants en lopen langs de spectaculaire kerstverlichting op de

Champs Elisée. Zo is Parijs toch weer een feest, en tuinen kijken in de winter is toch niks ook niet

van Monet.

Sicilië (voorjaar 2010)

Frutti di mare

De zon is zojuist in de zee voor Palermo gezakt, het is zaterdagavond en het restaurant stroomt vol voetballiefhebbers, wij zitten zo ver mogelijk van het grote scherm. Vanavond hebben ze één menu van vier gangen maar de anti-pasta is al twaalf schotels uit zee: kreeften, garnalen, slakken, mosselen, calamaris, sardines, oesters, jakobsschelpen, abelone, krab, met citroen, olie, azijn, knoflook en koele witte wijn. De voetbalwedstrijd is al ver in de tweede helft als onze tafel wordt afgeruimd voor de volgende gang: twee pastas in vissaus, maar wij kunnen al bijna niet meer. Pien prikt wat van de pennen, ik ruik aan de risotto. Dan scoort Messi voor Milaan en het hele restaurant staat op stelten, Bayern München is verslagen. Wij ook want de ober komt met het hoofdgerecht: zeebaars, tonijn, zalm en zwaardvis van de gril. Wij protesteren, dit kan er niet meer bij, geeft u het maar aan een andere tafel. De ober gaat meewarig terug naar de keuken. Bij het afrekenen (15 Euro) krijgen we in een aluminiumschaal het hoofdgerecht mee, genoeg voor de komende dagen in de camper. Geen wonder dat de zeeën zo langzamerhand zijn leeg gevist.

Monreale

Zondags is er niets te beleven in Palermo, volgens de VVV-juffrouw zijn zelfs de kerken dicht. Zo lopen wij door de hoge stille stegen van Monreale, over de daken beieren de kerkklokken. Plotseling op 't piazza schittert 't van het licht, enkele kerkgangers in hun zondagse kleren gaan gearmd de kathedraal in. Het interieur is overweldigend, het is overal goud wat er blinkt, het zonlicht door de gebrandschilderde ramen maakt de mozaïeken nog feestelijker. Wat een talent, wat een devotie, wat een bewondering voor het heilige, wat een verering voor God de Vader die ons vanuit de gouden hemel welkom heet.

Inmiddels zijn de kerkklokken stil en luidt de bel voor de hoogmis. Wij gaan staan, samen met een handjevol kerkgangers. Zullen zij deze prachtige kathedraal kunnen onderhouden? De bouw moet generaties lang hebben geduurd en het grootste deel van de toenmalige bevolking werk hebben verschaft. Hebben de huidige kerkgangers nog de talenten, niet om zoiets prachtigs te bouwen, maar wel om het te onderhouden? Het zangkoor is zo slecht dat ook wij de kerk verlaten nog voor de hoogmis teneinde is.

Cattolica Eraclea

Op huwelijksreis naar Sicilië klinkt al net zo romantisch als naar Venetië, maar niet elke bruid laat zich de Etna op zeulen, niet elke bruidegom wil naar de graftombe van Archimedes in Syracuse. En als het bruidspaar in de Villa Romana del Casala heeft genoten van de mozaïeken met bikini-meisjes willen ze misschien ook wel eens in of juist uit de bikini, maar waar doe je dat?

Nadat we bij Agrigento heerlijk hebben gedwaald door de 'Valley of Temples' nemen we de weg naar zee en vinden bij Cattolica Eraclea onderaan imposante krijtrotsen, zodat niemand je ziet, een spierwit zandstrand waar je kan vrijen in de helderblauwe zee en siësta houden onder de platanen.

Einstein

We zijn op Sicilië om de zeventigste verjaardag te vieren van mijn oud-collega Emanuele Rimini, een prachtig feest. Hij heeft mij speciaal gevraagd vanwege mijn boek Darwin meets Einstein, on the meaning of science. Hij zegt 't met de conclusie eens te zijn, dat wetenschap er vooral is om ons te helpen te overleven. Ik lees enkele passages voor en tot slot heb ik afgesproken met Rimini samen de toneelscène met Darwin en Einstein te lezen. Daarvoor heb ik voor mijzelf als Darwin een Engelse bolhoed meegenomen, maar Einstein droeg bij mijn weten geen hoed. Voor Rimini, als Einstein, tover ik, tot hilariteit van de feestgangers, een wilde pruik uit de hoed. Die zet hij, tot m'n niet geringe verbazing, zonder aarzelen op. Hij is het voorbeeld van de charmante en ijdele Italiaan, altijd keurig strak in 't pak, om door een ringetje te halen. Maar is het niet de droom van elke fysicus tenminste één keer Einstein te zijn, al is 't maar voor vijf minuten?

Odense (Mei 2010)

Griekenland (najaar 2009)

Odense is kleiner dan Alkmaar, het heeft een paar prachtige kerken uit de middeleeuwen en een museum gewijd aan sprookjesverteller Hans Christiaan Andersen, maar er is meer. Een paar weken terug waren Pia en Peter Sigmund bij ons en in zijn bedankje schreef Peter dat de afstand tussen Odense en Bergen niet groter is dan die tussen Bergen en Odense en wij uitgenodigd werden voor hun huisconcert op zaterdag na Hemelvaart.

Het begon met Water Music van Händel, vooraf vertelde Peter nog dat een violist van het Odense symfonieorkest diezelfde ochtend had moeten afzeggen en de naam van zijn concertmeester had genoemd. Peter had gebeld maar de concertmeester bleek helaas verhinderd. Peter mocht hem altijd nog eens bellen. “Echt waar?”, vroeg Peter, hij legde de hoorn neer en belde meteen weer. Zo klonk Water Music nog mooier.

Daarna volgde alle mogelijke stukken kamermuziek die wij nooit eerder hadden gehoord, gespeeld door evenzovele professionele musici, meestal door Peter op de piano begeleid. Enkele jaren geleden werd hij vierde op een amateur-concours in Parijs, de eerste drie waren Russen, maar dat waren “professionals zonder werk”.

Kennelijk hebben Pia en Peter met hun huisconcerten een plaats veroverd in de harten van Deense musici, zij komen al vijfentwintig jaar geheel belangeloos naar Odense. Ieder jaar treden er zo'n dertig musici op voor ongeveer evenveel toehoorders. Het concert begint om twee uur 's middags, en er zijn vijf sessies waarin niet alleen muziek gemaakt wordt maar ook steeds een sprookje wordt verteld (het is tenslotte de geboorteplaats van Andersen). In de pauzes spreek ik met David Favrholdt over de filosofie van Niels Bohr, en vertelt Jens Als-Nielsen met vuur over de fysica van Friso van der Veen in Zurich; er is iets te eten en te drinken wat door de gasten is meegebracht.

Wat ons altijd zal bijblijven is de sfeer van creativiteit, enthousiasme en vriendschap, van warme wederzijdse belangstelling, van precisie en esthetiek. Voor Peter compenseert dit wat hij in zijn fysica vaak niet kwijt kan.

De laatste sessie begint om tien uur 's avonds met 't gezamenlijk zingen van Deense liederen waaraan ook Pien uit volle borst meedoet. Dan lijkt de weg van Odense terug naar Bergen toch nog langer dan de heenreis.

Zeemansgraf

We varen van Venetië naar Patras, niet met de camper door het oorlogsgebied, niet langs kapotgeshoten huizen, bruggen, vluchtelingen en mensen die elkaar naar het leven staan. Rechts Italië, links voormalig Yoegoslavië, maar we zien ze niet, we zijn midden op zee, de hemel blauw, het water kalm, alleen het stampen uit de machinekamer. De afschuwelijke stilte na de storm, niets herinnert aan de ellende van het verleden, de huizenhoge golven, de hemel pikzwart, de doodsangst, niets verraadt dat hier oorlog was, dat ze links elkaar afmaakten en dat rechts probeerde ze tot vrede te bombarderen. De zee zwijgt als zeemansgraf.

Grote Grieken

Langs het theater van Dionysos gaat het omhoog, we beklimmen enkele trappen, gaan door de monumentale Propylaeen, links de Nike-tempel, rechts het Parthenon, het is overweldigend. Bovenop de Akropolis besef je pas hoe imposant het hier is, de tempels met hoge ranke zuilen, alle marmeren beelden, de blauwe hemel en het fantastische uitzicht over de witte huizenzee van Athene rondom, tot aan de zwarte bergen en de blauwe zee. Pal onder ons de overblijfselen van de oude Agora en het moderne Akropolis Museum met de mooiste beelden van Zeus, Aphrodite, Apollo, Pan, Eros en Poseidon. Alle Griekse goden zijn hier te zien, maar waar zijn Homerus, Plato en Sokrates?

In het oude en het moderne Athene verwijst niets naar de grote Grieken. Is dat niet opmerkelijk? Aan alle Griekse goden ontbreekt wel wat, hun hoofd, neus, armen, romp of piemel, de hele Akropolis ligt vol met brokstukken en ook in de musea heeft geen enkel beeld de tand des tijds doorstaan. Terwijl teksten van Homerus en Plato in tact zijn en door ons herteld, hertaald, herdrukt en herlezen worden. Hoewel klassieke teksten beter overleven dan klassieke beelden, lijkt het wel of de moderne Atheners meer geven om hun goden dan om de grote Grieken.

Nobel vredesprijs

We rijden door een luguber leeg landschap van Gythion, de haven van de heldhaftige Spartanen, naar Kalamata. De natuur laat zich hier van haar hardste kant zien, 't lijkt wel Afghanistan. Kale bergen, een enkel vestingachtig huis zonder teken van leven, de warlords zijn weg. Hier is geschiedenis geschreven in bloed. Verschillende clans hebben elkaar eindeloos bevochten, oog om oog, tand om tand. Ja, ze hielden zich aan regels, het begin van een vete werd op ceremoniele wijze aangekondigd met het luiden van de kerkklokken, het einde met het afslachten van de verliezende partij. De Grieken en Romeinen zagen niet veel heil in het verliezen van manschappen en geld in het onderwerpen van deze 'Spartanen'. Kunnen wij daar nog iets van leren? Kunnen wij onze troepen niet beter terugtrekken uit Afghanistan? Yes we can.

Het hart op de juiste plaats

Het grootste sportevenement danken we aan Pierre de Coubertin toen die hier in Olympia tussen de opgravingen liep. Het gigantische stadion voor veertigduizend Grieken, het gymnasion voor alle atleten en de prachtige marmeren beelden, die nog niet geroofd waren of verhuisd naar de Europese musea. Meer dan duizend jaar hielden de Grieken hier hun Olympische spelen ter ere van Zeus. De Coubertin hoopte de vrede te dienen, sport verbroedert, we kennen zijn gezegde: "het is beter mee te doen dan te winnen". Van een andere uitspraak kwam meer terecht: "mijn lichaam hoort in Frankrijk maar mijn hart in Olympia". Na zijn dood werd het hart in een doosje met witte zijde gevoerd in het monument geplaatst waar vandaan de vlam vertrekt naar de plaats waar dat jaar de spelen gehouden worden.

Bergen aan Zee

Na onze Odyssee over de Peloponnesos zetten we de camper neer tussen stokoude olijfbomen pal langs het strand en de schittering van de Aegeïsche zee. De hemel en het water tonen alle denkbare kleuren blauw. Door de lieflijk kabbelende golven zie je je tenen op het witte zand, de temperatuur is minstens twintig graden, zodat ook Pien eraan moet geloven. Op de olijfgroene hellingen van de Pilion achter ons woonden de Centauren, tussen de donkere silhouetten van de bergen aan de overkant voer die oude Argoschuit op zoek naar het Gulden Vlies. Rechts drie honderd meter langs het strand is een klein restaurant met een prima keuken, links een kwartier lopen naar een vissersdorp zijn de winkels. Af en toe een email of sms. Hier lezen, luieren, zwemmen en wandelen we in de warme zon drieduizend kilometer van Bergen aan Zee.

Monnikenwerk

Het is niet gemakkelijk helemaal boven te komen, de bizarre bergen zijn alleen voor rotsklimmers en tussen de rotsen is het pad niet aangegeven, maar we hebben onze bergschoenen niet voor niets meegenomen dus staan we na vier uur zoeken en klimmen toch voor het grootste Byzantijnse klooster van Meteora. De kerk is klein maar fantastisch, alle muren, pilaren, bogen en het plafond zijn beschilderd met de meest mooie fresco's en overal gouden iconen, magnifiek monikkenwerk. Maar dan komen we in het museum en daar staat te lezen dat de Byzantijnse religie er voor gezorgd heeft dat de Griekse cultuur, die van Zeus en Homerus, de bakermat is geworden voor de moderne samenleving. Maar hoe doe je dat, cultuur overdragen als kluizenaars die zich aan een touw omhoog lieten hijsen weg van de pest en de mosliminvasie?

Spanje (voorjaar 2009)

Italië (najaar 2008)

Crisis

Zo blauw, zo blauw. Onze camper staat aan het strand van Barcelona en we lopen vrolijk neuriënd langs het water naar een haventje. Zeker vijfhonderd zeilboten liggen blikkerend in de zon. Dichterbij blijken ze vrijwel allemaal te koop, vergeelde papiertjes met prijzen tussen de een en twee ton. Hier is ook een station waar de Metro ons in de stad zal brengen naar Wim en Irmtraud, maar eerst wat eten en drinken. Onder de paella gaat mijn telefoon: de president-commissaris van Econcern. Meteen daarna bel ik de directeur. Als ook dat gesprek klaar is zegt Pien: "gaan we terug?"

Op het vliegveld checken we de mogelijkheden, geen enkel vliegtuig is vol, maar KLM te duur, Easy Jet via Geneve, te riskant, Vueling te laat, Transavia goedkoop maar vertraagd, dus toch KLM. Op Schiphol koop ik bij Transavia vast de terugreis voor morgen.

Thuis in Bergen start mijn Prius niet, dus in Pien's Ka-tje naar de Raad van Commissarissen van Econcern. Na een grondige analyse en een diepgaande discussie nemen we zware beslissingen ook van personele aard. Daarna overleg met aandeelhouders en banken.

In de auto terug naar huis goed nieuws: het kabinet zal investeren in windparken op zee. Pien is naar haar koor en ik drink een biertje met mijn squashmakkers.

Vanochtend bel ik eerst met de president-commissaris en nu vliegen we terug naar Barcelona. Als we instappen knijpt Pien in m'n arm en zegt vrolijk: "er zijn gepensioneerden met een rustiger leven, hier hou ik wel van".

Willem

In de hal hangt een foto van mijn moeder op de Dam met haar drie oudste kinderen, kleuters nog, haar linker hand houdt mij vast en haar rechter Fieneke. Alle drie kijken wij lachend naar de fotograaf. Wim niet, hij staat naast Fieneke en houdt vertwijfeld zijn hand op, wie zal hem een hand geven?

Wim was voor mij wat Thomas is voor Tim en Ilja voor Sam: broer en kameraad. Wij waren eigenlijk altijd samen, als scholier konden we eindeloos samen spelen en als pubers hadden we alsmaar competities. Achttien jaar sliepen wij op een kamer tot we het huis uit gingen, sindsdien hebben we elkaar nauwelijks meer gezien. Jammer eigenlijk, ik heb me achteraf wel zorgen gemaakt of Willem bij ons thuis wel aan zijn trekken kwam, of ik niet teveel domineerde.

Nu logeren Pien en ik voor het eerst bij Willem en Irmtraud in Barcelona en ik verbaas me over van alles. Hun fantastische uitzicht over de stad, de bergen en de Middellandse zee. Hun hypermoderne, kraakheldere huis met glimmend marmeren vloer, moderne kunst aan de muren en in de kasten waarschijnlijk alle klassieke muziek die op cd is gezet netjes in gelid. Ik herinner mij dat Willem van zijn eerste baantje thuis kwam met een langspeelplaat, onze eerste jazz in huis.

Willem en ik spelen ‘padel’ samen, een kruising van tennis en squash met tennisballen en korte rackets op een klein kunstgrasveld met glazen wanden erom heen. Irmtraud is een voorbeeldige gastvrouw die aan alles heeft gedacht, zelfs tickets voor de metro en het concert. Pien heeft lange gesprekken met haar en ik met Willem. Samen hebben zij zojuist een boek gepubliceerd over onderzoeksmethoden, een studieboek dat goed verkoopt. Willlem heeft een eigen instituut aan de beste business school buiten de VS van hieruit leidt hij een groot sociologisch onderzoek in de EU.

Hij maakt als altijd veel grapjes en Irmtraud lacht. Zij heeft de foto van mijn moeder met haar drie kinderen in een bloemenlijstje geplaatst, het is duidelijk: Willem hoeft zijn hand niet meer op te houden. Als zij naar de metro of over de ramblas gaan, langs de prachtige Gaudi gebouwen naar het restaurant of het concert dan gaan Willem en Irmtraud heel gezellig over straat: gearmd.

Verliefd

Pas negentien en al negen maanden verliefd mag ik mee op vakantie met Pien, haar moeder, Tienk en tante Loes naar Zwitserland. Mijn ouders vinden het te vroeg, ze zijn bang hun oudste kwijt te raken, maar het mag als ik ook met hun mee ga naar Spanje. Dus moet ik na drie heerlijke weken, de mooiste tijd van m'n leven, doodongelukkig in de trein naar Dyon waar mijn familie op me wacht. Met z'n zevenen in een kleine auto rijden we naar een vreselijke flat aan het strand bij Taragona. Ik heb een rot humeur, maak met iedereen ruzie, tot we een keer de bergen in rijden en het klooster van Poblet bezoeken. Terwijl ik door dit Romaanse klooster van licht roze zandsteen loop denk ik voortdurend 'o wat een mooie kapel, o wat een fantastische kloostergang, dit is zo sober en zo harmonisch, wat een schoonheid en troost, was Pien maar hier'. Nu achtenveertig jaar later lopen wij hier samen, Pien zegt: "o wat mooi, o wat prachtig", ze is helemaal verrukt en ik krijg weer dat heerlijke warme gevoel over me dat ik toen had, toen ik negentien was.

Vissen van Valencia

Valencia is fantastisch. Een kathedraal én een basiliek, de een gotisch de ander barok. Wie van barok houdt kan hier zijn hart ophalen, overal in het centrum staan prachtige paleizen allemaal even mooi onderhouden en barok is hier niet alleen voor de rijken: ook het postkantoor en het station zijn werkelijk een plaatje. Valencia heeft meer, een droge rivierbedding rond de oude stad is omgetoverd in een park in bloei met sportende volwassenen en spelende kinderen. Hier bevindt zich ook het esthetisch hoogtepunt van Valencia, wat Gaudi is voor Barcelona is Calatrava voor Valencia. Je waant je in een andere wereld, het mooiste en grootste centrum voor kunst en wetenschap. Niet te beschrijven, je vraagt je af hoe Calatrava zijn visioenen, want het zijn meerdere gebouwen zo groot als de Amsterdam Arena, heeft kunnen overbrengen op de bouwers. Wij gaan naar het 'Oceanografico', waar vissen van de hele wereld rondzwemmen in zoveel water dat het 15 Olympische zwembaden kan vullen. Een halve dag verblijven wij onder water, in tunnels en voor immense ramen met wonderlijk mooie levende landschappen. Ineens staan we voor een groot ovaal venster waarin doorzichtige kwallen hun kanten sluiers als witte engelen door hemels blauw water waaieren. Hier wint de natuur het toch van de architectuur. Calatrava is fascinerend maar dit Oceanografico is zo fantastisch dat verzin je niet.

Stierengevecht

Vandaag zijn we naar het stierengevecht geweest. Niet in Barcelona, daar is het afgeschaft en wordt de Arena verbouwd tot evenementenhal, ook niet in Valencia hoewel de Arena er heel uitnodigend bij staat. Wij hebben stierengevechten gezien in Albarracin in de bergen bij Teruel. Vanochtend werden we gewekt door de zon en de kou, het vroor net niet maar de bergtoppen zijn nog wit. Onder in de dalen zijn we gaan wandelen tussen de meest bizarre rotsformaties. Af en toe zijn er diepe holen waar volgens archeologen zeven duizend jaar geleden mensen woonden, want op de wanden zie je rotstekeningen van stieren en jagers. Fascinerend om te zien, zouden stierengevechten al zo oud zijn?

Ku-klux clan

We lopen op de brug over de Ebro tussen massa's mensen naar het grote plein voor de kathedraal van Zaragossa waar harde dreunen van trommels vandaan komen. Uit een zijstraat komt een lugubere stoet tevoorschijn, mannen met hoge zwarte puntmutsen die ook hun hoofd en borst bedekken, ronde gaten voor ogen en mond. Op hun buik dragen ze trommels waarop ze bij elke stap zo'n harde dreun geven dat je borstbeen er van trilt. Achter hen nog veel meer puntmutsen, maar die zijn donker paars, dan rode puntmutsen, bruine, groene en blauwe en tenslotte ook witte, allemaal met ronde gaten voor ogen en mond. De meeste mannen beuken op een trommel, sommige hebben ratels in hun handen en anderen blazen op een trompet. Het is zaterdagavond voor de Paasweek en het zullen wel katholieken zijn, maar waarom mag dit wel en zijn we tegen sluiers en bourka's?

Wereldvoedseldag, Rome, 16 okt.

Vandaag wilden we vegetarisch eten en de Lonely Planet had "Il Margutta", een elegant restaurant met zwart gelakte tafels, rode leren ronde banken, rode muren met grote spiegels en foto's van een blonde uitdagende vrouw die wel iets had van Marilyn Monroe, op de achtergrond jaren vijftig muziek. Elegant geklede dames en heren vulden de bar, de jonge ober met prachtig donkere Picasso lok serveerde glazen prosecco. Ook wij kregen twee glazen en zegen neer op een bank in de hoek waar we als toeristen niet teveel uit de toon zouden vallen. "Elegant, hè, om vandaag als vegetarisch restaurant een feestelijke borrel te houden, we boffen."

Inmiddels is het dringen, niet alleen bij de drank maar ook bij de tafels langs de muur waarop grote schalen met alle mogelijke hapjes staan uitgestald. Modieus geklede mensen, geen linkse activisten, zouden het diplomaten van de wereld voedsel organisatie zijn die zich laten verwennen door het vegetarisch restaurant? Eerst waren de hapjes nog afgedekt met dunne voiles, die gretige handen opzij hebben geschoven, de voorste schalen zijn al bijna leeg. De ober haalt de doeken weg en de lege schalen worden vervangen door nieuwe die in een oogwenk weer leeg raken. Na een uur prosecco en lekkernijen kunnen wij aan tafel, maar de meeste gasten verlaten het restaurant. Wij krijgen een heerlijke schotel paddestoelen in rode wijn saus en chocolade fondue toe. Ik geef de ober een fooi en maak een compliment over de receptie voor de wereldvoedseldag. Hij begrijpt me niet en zegt: "dat was voor de opening van de Marilyn Monroe foto's, we zijn ook een galerie."

Eerst Napels zien

Italië is het museum van onze culturen. In Venetië, Florence en op Sicilië waren we lang geleden, Umbrië en Rome recent, we bewonderden de vazen en sieraden van de Etrusken, de tempels van de Grieken, het marmer van de Romeinen, de fresco's van de Kerk en steeds kwam dezelfde vraag naar boven: hoe kon een cultuur die zo sterk was en zoveel moois produceerde toch steeds weer in verval raken? Hoe kon dat in hemelsnaam gebeuren?

Nu rijden we Napels binnen en het eerste wat opvalt is de rommel. Van de tv kennen we de bergen afval, het lava van huisvuil waaronder Napels dreigde bedolven te worden. Dat gevaar lijkt geweken, dankzij het akkoord van Berlusconi met de maffia, maar hoe gaan deze mensen met hun stad om? Het vuil kleeft overal: aan de bomen, de paaltjes, de hekken, stoepranden, reclamezuilen en het zwerft rond met het verkeer zodat het aan je ruitenwissers plakt Als je uitstapt, ruik je de stank van deze stad, het afval dat tussen de smalle hoge gebouwen zo ligt te stinken dat het de uitlaatgassen overtreft.

Het Nationaal Archeologisch Museum maakt veel goed, het is werkelijk overdonderend wat daar allemaal bijeen is gebracht aan marmer, brons, zilver, goud, fresco's, munten en sieraden, allemaal opgegraven in Pompei, de hele dag zwerven we door dit museum en de volgende dag in Pompeï zelf. En weer diezelfde vraag, wat een eind maakte aan Pompeï is wel bekend, maar niet hoe de Romeinse hegemonie aan zijn einde kwam?

De baai van Napels is niet te beschrijven die moet je gezien hebben, zo blauw, onvergetelijk. We varen over het azuur en rijden er langs genietend van de zon, de oleanders, sinaasappelen, citroenen, olijven en de vergezichten Maar o wee als je stopt, ook al is 't plekje nog zo prachtig kijk naar de horizon en niet naar beneden want daar is 't weer, het vuil. Van Pompei tot Sorrento, van Amalfi tot Paestum overal heeft iedereen alles onbekommerd over de rotsen gekieperd.

Wie in deze idyllische plaatsjes uitstapt om de kathedralen en tempels te bezoeken, loopt tussen hordes toeristen. Iedereen heeft een apparaatje om z'n nek, de gids spreekt in een microfoon, de toeristen luisteren naar hun oordoppen, dat is hun enige communicatie, ieder voor zich. Na de toer slenteren ze ijsjes likkend langs die andere rommel, de kitsch, de T-shirts, de ceramiek, de schilderijtjes en prentbriefkaarten.

En nergens kan je meer betalen met een creditcard, niet in de stalletjes, niet in het restaurant, niet op de camping, niet bij het pompstation, iedereen wil cash, we vertrouwen elkaar niet meer. Ik haal geld bij de Antonveneta, die werd overgenomen door ABM-AMRO, die werd overgenomen door Fortis, die werd overgenomen door de Staat. Zien wij het Napels van ons kapitalisme?

Trulli

We rijden door een merkwaardig land. Op de meeste plaatsen in de wereld hebben de boeren eerst de keien van hun terrein moeten verwijderen voordat ze het land konden bewerken. Vandaar dat je overal, in Amerika, in Canada, in Engeland en ook elders in Europa, langs de velden van die stenen muurtjes ziet, muurtjes die er ook voor zorgen dat het vee op het eigen land blijft. Maar in zuid Italië gebruiken ze de keien niet alleen om er muren van te bouwen, ze stapelen de stenen van het veld ook op tot ronde stenen huisjes, "trulli", een soort iglo's zoals eskimo's ze bouwen met blokken ijs. Maar hier zijn het Italianen en dus maken ze er iets bijzonders van en geven deze stenen huisjes een punt op het dak, of een kruis, of een andere versiering. In Alberobello in zuid Italië steken er honderden van die kaboutermutsen uit de grond. Het is een 'UNESCO world heritage site'.

Men zegt dat trulli gestapeld en niet gemetseld werden zodat ze snel weer konden worden afgebroken als de vorst van Napels belasting kwam innen, maar het was natuurlijk pure armoede dat hele families in zulke trulli leefden. Nu is het een toeristische trekpleister, zo aten wij in 'La Nichia', een restaurant waar elk stel gasten een eigen trulli krijgt voor een intiem diner.

Locorotondo ligt midden in 'trulli-land', een van de mooiste stadjes van Italië, de straten en pleinen zijn belegd met spierwit marmer. Er is markt, Pien en ik slenteren langs de stalletjes. Bij de kaasboer laat ik me verleiden tot 't kopen van een heerlijk stuk oude pittige kaas. Pien zegt nog: die is veel te hard, niet geschikt voor de boterham die kan je niet snijden die moet je raspen op de spaghetti of de pizza. Verderop kopen we appelen, bruine broodjes en Spumanti, de locale prosecco. Bij de huishoudelijke artikelen koopt Pien een dweil en toiletpapier voor in de kampeerbus en ik een groot broodmes.

Bij onze camper stel ik voor dat we broodjes klaar maken voor onderweg, "smeer jij de bolletjes, dan snij ik de kaas". Als we langs de trulli het stadje uitrijden weerkaatst het witte verband om mijn hand de zon en hoor ik: "arme Frans, lekkere troelie".

Zondag

We lopen door hoge stille stegen, waar de zon niet kan komen, over de daken beieren de kerkklokken. Plotseling op 't piazza Duomo schittert 't van het licht, het witte marmer van de muren, het goud in de gevel, het feest van de fresco's. Enkele kerkgangers in hun zondagse kleren lopen gearmd naar binnen. Het interieur is overweldigend, de sobere muren en zuilen van afwisselend wit en donker marmer eisen geen aandacht op zodat de beelden en schilderijen van heiligen nog meer opvallen. Het zonlicht door het albast en de brandschilderingen in de ramen maakt de hele Dom nog feestelijker. Wat een talenten, wat een devotie, wat een bewondering voor het heilige, wat een verering voor God de Almachtige.

Inmiddels zijn de kerkklokken stil en gaat de bel voor de hoogmis. Wij gaan staan, samen met een handjevol kerkgangers. Zullen zij deze prachtige kathedraal wel kunnen onderhouden? De bouw moet generaties lang hebben geduurd en het grootste deel van de toenmalige bevolking werk hebben verschaft. Hebben de huidige kerkgangers nog de mogelijkheden, niet om zoiets prachtigs te bouwen, maar wel om het te onderhouden? Dit is de Dom van Orvieto, zulke en grotere hebben wij overal in Italië gezien. En overal zijn de kerken leeg, ja toeristen, maar gelovigen hebben de kerk verlaten, ook in Italië.

Ik geloof in de god van Spinoza. Ik denk dat 't waarde heeft om de natuur 'god' te noemen, want dat drukt 't heilige uit in de natuur en een gevoel van morele betrokkenheid bij de ontwikkeling, de evolutie van de natuur. Ik denk ook dat het zin heeft juist op zondag stil te staan bij god de natuur, alles wat er gebeurt in de natuur en in de wereld waarin mensen zo dominant zijn geworden. Misschien is het omdat wij kerkelijk zijn opgevoed, maar is de zon-dag niet de beste dag om nog eens goed te overdenken wat de waarde is van alles wat er steeds weer nieuw is onder de zon?

Studenten

Heel bijzonder moet 't zijn om in Bologna te studeren, de universiteit dateert van de middeleeuwen, zelfs Oxford en Cambridge zijn jaloers. Tot nu toe is Bologna de enige stad in Italië waar de stadswandeling leidt langs de universiteit, daar zelfs zijn eindpunt heeft. Hier hebben ze al in de zestiende eeuw de studenten van alle faculteiten in één gebouw samen gebracht. In de universiteitsbibliotheek van Bologna liggen de originele werken van Galileï. Het universiteitstheater brengt vanavond 'Het leven van Galileï' van Bertold Brecht. Wat zouden wij graag opnieuw student zijn en dan in Bologna.

Het komt goed uit dat de stadswandeling eindigt voor het centrale universiteitsgebouw want het is borreltijd. Wij gaan op een terras zitten dat weliswaar leeg is maar het plein voor ons is gevuld met studenten. Het is een gezellige drukte, ze zitten in kringen op de grond met sigaretten, halveliter flessen bier en stokbrood of pizza.

Als we ons eerste pilsje op hebben, verandert plotseling de sfeer op het plein: de politie leidt het verkeer om en de studenten verdwijnen allemaal in dezelfde richting. Dan verschijnen er overvalwagens, zwaailichten en sirenes, agenten met wapenstokken, helmen en schilden. Uit de straat naast het universiteitsgebouw komt een stoet demonstrerende studenten tevoorschijn met spandoeken, luidsprekers en leuzen. Pien zegt; "ze demonstreren voor werk vanwege de economische crisis, dat maak ik op uit de teksten". Ik zeg: "Bologna is rood, ze demonstreren tegen Berlusconi en Bush". Maar we zijn er geen van beiden helemaal zeker van, dus loop ik naar een groepje demonstranten en vraag waar het hun om te doen is. Hun antwoord is dat ze demonstreren omdat de stad de verkoop van flessen bier op het plein voor het universiteitsgebouw wil verbieden.

Droge voeten

Venetië is altijd een feest, maar dat ze er op tafel dansen hadden we nog niet eerder gezien.

Als we van de boot stappen, die ons van de camping naar de stad heeft gebracht, wijzen lange rijen tafels de weg. Ze zijn leeg, het is kennelijk nog te vroeg voor de souvenir verkopers. Maar bij de Ponte Academica kunnen we onze ogen niet geloven: de straten staan blank, terwijl de zon aan een helder blauwe hemel staat en de toeristen in lange rijen over de tafels door de straten lopen. Bij het Piazza San Marco is 't helemaal bizar, de Campanile torent huizenhoog boven ons en ligt languit gespiegeld in het water op het plein. Wie met droge voeten de Dom wil bereiken kan gebruik maken van de lange rijen tafels aan beide zijden van het plein. Natuurlijk zijn er grappenmakers die schoenen en kousen uittrekken en elkaar fotograferend te water gaan. Een man in een rolstoel rijdt zichzelf met groot plezier de plas over. Een jonge vrouw heeft midden op het plein twee stoelen van een terras tegenover elkaar gezet en ligt demonstratief boven het water te zonnen. Maar de meeste toeristen bewegen zich tapdansend over de tafels, op de maat van 't snerpende fluitje van een agent die de tafelschikking regelt.

Natuurlijk hadden we wel eens gehoord dat Venetië soms bij hoog water last heeft van overstroming, maar inmiddels is het iedere dag raak. Ze zeggen dat het komt door daling van de bodem en daar hebben de inwoners van Venetië wat op gevonden. Ze verwachten kennelijk nog een flinke zeespiegelstijging ook want de tafels zijn bijna een meter hoog.

Spitsbergen (zomer 2008)

Als scholier las ik alle boeken over poolreizen, over Scott en Amundsen, Peary, Noble e.a. Hun heldhaftige en vaak vruchteloze pogingen bovenop de aarde te staan in de ijskoude stormen, onder onmenselijke omstandigheden, vaak jaren achtereen; hoe zij reisden met hondenslee, op ski’s, per schip, ballon of zeppelin; hoe ze overleefden, de moed erin hielden, bij zichzelf en hun team, vaak tegen beter weten in; het was mijn jongensdroom. Nu varen we hier, in een azuurblauwe zee tussen de ijsschotsen, in de achtergrond een gletsjer die over een breedte van 8 kilometer tot in het water reikt. Onze boot is een romantische ‘oldtimer’ onder de cruise-schepen, met alle voordelen van dien: persoonlijke contacten tussen passagiers en bemanning, een echte keuken en hutten die toch meer comfort en privacy bieden dan de nachttrein. Wij stoppen zo dichtbij de gletsjer dat je het gevoel hebt hem aan te kunnen raken, maar speedboten, zodiaks, brengen ons er naar toe. Als we vlakbij zijn donderen grote brokken ijs in het water, de ‘tsunami’ doet onze zodiak deinen, maar de zeehond op de ijsschots naast ons slaapt rustig door. Onder weg zien we rendieren, poolvosjes, een ijsbeermoeder met twee jongen, een walrus met enorme slagtanden, grote hoeveelheden vogels en een walvis tegen een achtergrond van gletsjers en ijsbergen. Als we aan wal gaan en bergwandelingen maken zien we op de bloemenvelden hutjes van trappers en overblijfselen van de kolenmijnen en andere industriële activiteiten die in deze arctische wereld al sinds Willem Barentsz gedoemd waren te mislukken. Er hangt veel mist, maar de zon is 24 uur op wat zorgt voor de meest geheimzinnige lichtverschijnselen. Als het tijd wordt voor de zonsverduistering trekt de mist weg en zien we aan een diep blauwe hemel de maan voor de zon schuiven terwijl wij en de natuur om ons heen er stil van worden. De volgende dag passeren we de 80ste breedtegraad op een manier die Barentsz, Scott, Amundsen, Peary en Noble zich niet hadden kunnen voorstellen. Wij beseffen dat we deze wondermooie reis te danken hebben aan hen, en aan onze vrienden in Leiden die ons dit cadeau deden!