In Memoriam Jaap Kistemaker

Jaap Kistemaker was mijn 'role-model', als innovatief fysicus die midden in de maatschappij stond, als leermeester die zijn inzichten graag met iedereen deelde, en als directeur die een vader was of het nu ging om Joop Los, onze knapste kop, of tante Miep, onze trouwe werkster, hij waakte over ons welzijn.

Hij was pionier op het gebied van uraniumscheiding. Met de isotopen separator en de ultracentrifuge realiseerde hij twee zeer succesvolle projecten die maakten dat hij in binnen- en buitenland de beroemdste en beruchtste 'kerngeleerde' van Nederland werd.

Hij schiep een research laboratorium dat zestig jaar later volgens alle maatstaven nog steeds aan de top van de internationale wetenschap staat.

Hij was Teylers hoogleraar in Leiden, lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, het Tweede Teylers Genootschap, kreeg vele ere-doctoraten en prijzen, was medeoprichter van de Nederlandse Vacuüm Vereniging en De Jonge Onderzoekers, en lid van nationale en internationale adviesraden en commissies. De belangrijkste natuurkunde-prijs van de Stichting FOM is naar hem vernoemd.

Jaap Kistemaker zullen wij ons blijven herinneren met zijn onafscheidelijke witte lab-jas en pijp, zijn altijd originele observaties en wijze lessen. Wij zullen zijn vrije geest en veelzijdige persoonlijkheid missen. Hij had het hart op de tong, onder de vele honderden die hem goed gekend hebben circuleren evenzovele anekdotes over Jaap.

Als boerenzoon uit Kolhorn, in de kop van Noord-Holland, ging Jaap naar Leiden om sterrenkunde te studeren. Toen hij zich 's morgens bij de Sterrenwacht wilde melden was er niemand, maar de deur was los en Jaap liep de trap op naar boven waar de sterrenkijker stond maar verder niemand aanwezig was, onverrichter zake ging hij weer naar beneden toen hij kabaal hoorde in het souterrain. Beneden zag hij door een spleet in de deur dat de staf en de studenten, na al weer een zwaar bewolkte nacht, hun frustraties afreageerden met een kussengevecht. Dit was niets voor Jaap en zo ging hij naar het Kamerlingh-Onnes Lab en werd fysicus.

Na zijn promotie in 1945 ging hij naar Niels Bohr in Kopenhagen waar hij kennis maakte met de kernfysica. Terug in Nederland begon hij in Amsterdam eerst onder leiding van professor Bakker maar al snel in een eigen lab te werken aan isotopenscheiding. Dit werd een groot succes, hij bouwde een isotopen-separator waarmee hij de eerste hoeveelheid uranium verrijkte, hetgeen voor de Amerikanen en Britten reden was de geheimhouding op te heffen en radio-isotopen voor wetenschappelijk onderzoek en medische toepassingen beschikbaar te maken. Vervolgens ontwikkelden Jaap Kistemaker en Joop Los de ultracentrifuge die een groot technisch en economisch succes werd. Onderweg werden belangrijke innovaties gerealiseerd op het gebied van de vacuümtechniek, de gasontlading en plasmafysica, de massa-spectrometrie en de ionen-optiek, die hem internationale faam bezorgden.

Om zijn doel te bereiken heeft Jaap een lab gebouwd met een unieke werksfeer, “als de koffie maar goed is”, zei hij met een understatement. Een lab waarin creatieve mensen op een georkestreerde wijze samenwerken tot het gestelde doel is bereikt. Dan stroomt men door en worden de bakens verzet naar een ander doel met weer een ander team van creatieve jonge wetenschappers, technici en andere medewerkers. Zo gaat het op FOM-AMOLF nu al zestig jaar en met groot succes zoals het prachtige jubileumboek aantoont.

Zelf was ik op 24 februari 1964 voor het eerst op Jaap's kamer. Ik had mijn kandidaats en dan ging je in een laboratorium werken voor je doctoraal. De laboratoria van de UvA trokken mij niet aan, tijdens de rondleidingen daar stelde ik steevast dezelfde vraag: “meneer waarom doet u dat onderzoek eigenlijk?” en er kwam zelden een bevredigend antwoord. Bij Kistemaker hoefde je de vraag niet te stellen, hij begon met het antwoord om vervolgens al die prachtige technische apparaten te tonen. “Maar” zei hij toen: “wij hebben hier alleen hele goeie studenten met cijfers hoger dan 7. Wat had jij voor Statistische Mechanica?” Ik zei: “een 8 professor”; “En Analyse? En Maxwell?” Ik gaf natuurlijk hetzelfde antwoord hoewel dat niet helemaal waar was maar Jaap accepteerde dat want gemotiveerde mensen bood hij graag een kans. De eerste zes maanden was ik op proef, maar in september 1964 kreeg ik een aanstelling als studentenassistent, verdiende 250 gulden en dus konden Pien en ik trouwplannen maken. Zo heeft Jaap een enorme invloed gehad op ons leven en dat geldt voor vrijwel al zijn oud-medewerkers.

Nooit zal ik onze werkbesprekingen op donderdagochtend vergeten met de hele groep: promovendi, technici, postdocs, buitenlandse gasten, bij Jaap op de kamer en iedereen kreeg een beurt. Simon haalde de koffie en dan was er meestal gebak want er was altijd wel iets te vieren. Jaap mocht natuurlijk als eerste kiezen maar liet Jaap Sanders voorgaan. Op die donderdagochtenden deelden we lief en leed en Kistemaker zorgde er voor dat niemand wegging zonder hernieuwde moed, daarbij hielp natuurlijk zijn enorme vindingrijkheid. In 1973 tijdens de eerste oliecrisis zat Jaap in de Energieraad, wat waren wij trots op onze baas, maar nog meer toen we merkten dat hij de donderdagen pas naar de Energieraad ging als onze werkbespreking afgelopen was.

Op een van die donderdagochtenden was er telefoon uit Indonesië: generaal Habibi vroeg Jaap een thermonucleaire raket te bouwen waarmee Habibi naar de maan zou kunnen reizen. Jaap weigerde, maar de volgende donderdagochtend stond Habibi lachend in de deur en zei: “Nu kunt u mij niet meer weigeren.” Jaap zei: “OK, ik zal jullie een cursus vacuümtechniek geven, die heb je sowieso nodig.” Zo creatief en nieuwsgierig was Jaap en hij vertrok met Cobi naar Indonesië.

De mogelijkheden en werksfeer op AMOLF waren inmiddels zo goed geworden dat iedereen wilde blijven. Dat gold niet alleen voor de onderzoekers maar ook voor de ondersteunende staf. Jaap wilde doorstroming en riep veertig medewerkers op zijn kamer en zei: “werken op dit lab is een voorrecht en jullie recht is op”. Dat gaf natuurlijk een enorme commotie en zo gingen wij met een kleine delegatie naar Jaap's kamer om inspraak en een Instituutsraad te eisen. Jaap hoorde ons aan en zou er over nadenken. Hij ging naar huis en de volgende dag al riep hij ons op zijn kamer en daar lag een reglement voor zo'n Instituutsraad en vandaag is dat reglement nog steeds op AMOLF effectief. Terwijl door de democratiseringsbeweging vele bestuurders het loodje legden, wist Jaap de baas in eigen huis te blijven én op zijn instituut de spectaculaire doorstroming in te voeren.

Maar Jaap kon niet alleen hard zijn, je kon bij hem ook altijd aankloppen om hulp, of je nu een verblijfsvergunning nodig had, een huurwoning, of uitstel voor militaire dienst, Jaap pakte de telefoon, niet morgen of volgende week, maar meteen. Als je om een aanbevelingsbrief vroeg, gaf hij je pen en papier en dicteerde ter plaatse prachtige teksten. Je vroeg je af: hoe weet hij dat allemaal van mij? En je ging met blozende wangen de deur uit en met een brief die altijd doeltreffend was, ook omdat professor Kistemaker inmiddels tot bekende Nederlanders behoorde.

Op een keer had de anti-kernenergie beweging het op ons lab gemunt en er dreigde een bezetting. Jaap vroeg ons de nacht op het lab door te brengen, dat was voor velen slechts een paar uurtjes extra. Jaap ging naar de werkplaats en haalde daar lange metalen staven waarmee wij ons zouden kunnen verdedigen tegen gewelddadige indringers, maar het bleef bij een groepje schreeuwers langs de Kruislaan. Niet bij hem thuis want daar werd de voordeur met lange bouten dicht geschroefd, opdat hij niet naar een bijeenkomst zou kunnen gaan voor de brede maatschappelijke discussie over kernenergie. Jaap ging natuurlijk toch en vroeg ons of we Cobi gezelschap wilden houden. Dat hebben we graag gedaan maar het moet voor Cobi en het gezin niet gemakkelijk geweest zijn, al die publiciteit en acties rond Jaap.

Jaap heeft mij maar een keer woedend gekregen. Het was regel dat alleen hij onze wetenschappelijke publicaties naar de tijdschriften verstuurde, en hij zorgde dat elk artikel intern werd beoordeeld en van commentaar voorzien. Maar ik had haast en stuurde een artikel in met summiere meetresultaten en een oververhitte inleiding over alle mogelijke consequenties van dit werk op het gebied van zonnecellen. Ik werd op Jaap's kamer geroepen, daar lag mijn artikel, afgewezen, omdat de claims uit de inleiding niet werden onderbouwd door de experimenten. Jaap stuurde mij naar Parijs om te proberen een samenwerking op te zetten met de Philips-groep op het gebied van zonnecellen. Toen ik terugkwam had hij de inleiding van het betreffende artikel herschreven en het stuk opnieuw ingestuurd naar de redactie die het nu wel accepteerde. Ik was boos over zoveel bemoeizucht maar Jaap was een coach die waakte over de kwaliteit van ons onderzoek en de toepassingen.

Uit het groene jubileumboek van AMOLF blijkt duidelijk hoe onder leiding van Jaap uit de isotopen-scheiding een hele stamboom van onderzoek voortsproot, zoals oppervlakte fysica, moleculaire bundels, isotopen geologie, elektronen en atoombotsingen, plasma en laserfysica en de resultaten werden gedeeld met het bedrijfsleven. Onder Jaap's leiding kwam de succesvolle samenwerking met Philips tot stand voor de ontwikkeling van ionen-implantatie in de silicium technologie. Pyrolyse massaspectrometrie, elektronen en ionenoptiek, vacuümtechnologie, ionenbundelkristallografie, zonnecellen vonden door Jaap hun weg naar het Nederlands bedrijfsleven.

En Jaap verlegde onze horizon naar het buitenland. Terwijl politici de koude oorlog voerden, het ijzeren gordijn optrokken, een arsenaal aan massa-vernietigingswapens opbouwden en wantrouwen zaaiden, maakte Jaap vrienden over de hele wereld. Zo werkten op AMOLF fysici uit Amerika en Rusland met elkaar samen, Europeanen van weerskanten van de muur, Japanners en Chinezen. Onze promovendi waren welkom op de beste laboratoria van de wereld. AMOLF leverde hoogleraren niet alleen aan alle universiteiten in Nederland maar ook in de VS, Engeland, Frankrijk, Portugal, Zwitserland, Italië en China.

Na zijn pensionering in 1982 ging Jaap gewoon door met werken, met Vica Klein aan het concept van een hoge temperatuur kernreactor en later samen met de Chinese promovendus, Sun, en met Anneke Smit aan de Chinese sterrenbeelden en de oorsprong van het alfabet. Hieraan werkte hij vrijwel iedere dag, slechts onderbroken door twee weekjes vakantie per jaar op Texel, tot zijn negentigste verjaardag. Terwijl het nieuwe lab gebouwd werd zei hij: ik zal niet mee verhuizen. En zo is het gegaan, maar het is Albert Polman en zijn staf gelukt AMOLF's ”vrije geest, gericht op het delen van inzicht en het bevorderen van het algemeen belang” mee te verhuizen naar het nieuwe gebouw. Jaap zei altijd: niemand is onvervangbaar en dat is waar gebleken, ook voor Jaap. Maar als mens is hij onvervangbaar en daarom treuren wij.

Frans W. Saris, 3-6-2010.

Ode aan de Doden

https://vimeo.com/16656739

Werkspoor 1949

https://vimeo.com/29720270

Verhuizing naar Kruislaan

https://vimeo.com/29723355